“De afstand tussen bedrijven en het onderwijs is best groot. Vaak wordt onderschat wat bedrijven moeten doen om hun spullen in de supermarkt te krijgen of de lonen elke maand te kunnen betalen. Daarnaast bieden ze stages aan en open dagen, en overleggen ze met de opleidingen. Bedrijven vragen zich af: “Waar haal ik de tijd vandaan? En hoe regel ik mijn voedselveiligheid als er allemaal mensen van buiten door m’n fabriek lopen?” Het onderwijs mag wel wat pragmatischer naar de wereld kijken. De levensmiddelenindustrie is buitegewoon divers en het beroepsonderwijs bood veel opleidingen aan. We bundelden onze krachten niet voldoende. Dat besef is er inmiddels wel.
Ik denk dat we van beide kanten ook creatiever moeten worden. Er zijn al CIV’s, meeting points en regionale initiatieven als het Food Innovation Academy in Vlaardingen. Er gebeurt echt al wel veel, vooral in de regio.
De uitdaging is realisme. Drie thema’s die op tafel liggen zijn duurzaamheid, gezondheid en betaalbaarheid. En: hoe krijg je genoeg maar ook de juiste medewerkers naar je bedrijf? Het basic werk van vroeger is nu vervangen door robotisering, automatisering. Voedselveiligheidseisen zijn strenger, processen complexer. Bedrijven moeten inspelen op allerlei maatschappelijke trends. En jongeren willen vooral leuk werk. Dus moet onze industrie z’n imago verbeteren.
Het is complex. Circulariteit, eiwittransitie, gezondheid. Het moet allemaal anders en dat kan niet allemaal tegelijk. De pandemie toonde hoe belangrijk het is dat de supermarkten gevuld blijven. Dat is geen klein dingetje. Een dichtbevolkt land als Nederland kun je niet alleen voeden met eten van de boerderij op de hoek. Het grootste deel van ons eten is in een groot volume en procesmatig geproduceerd. Dat verduurzaam je niet zomaar even. Mbo’ers kunnen en moeten daar een rol in pakken.
Transities beginnen beleidsmatig in Den Haag en Brussel. Maar als het er echt op aankomt, moet de mbo’er op de werkvloer gaan meedenken. Mbo’ers zijn pragmatische mensen. Anti-verspilling, slimme verpakkingen, recycling: jongeren kunnen oplossingen bedenken waar wij niet op komen.
Ook voor kwesties als: krijgen boeren een eerlijke beloning voor al het werk wat ze doen? Verduurzaming kost geld maar voedsel moet betaalbaar blijven. En het duurt lang. Het sterrenvlees dat de plofkip vervangt: een proces van jaren. Lamb Weston en Aviko verduurzamen ook omdat bijvoorbeeld McDonalds dat wil. Vion, Stegeman en Zwanenberg maken nu ook allemaal vleesvervangers.
Zelf kreeg ik van mijn ouders die de oorlog meemaakten soberheid mee: weggooien doet pijn. Over de datum eten kan best. Yoghurt is al zuur, die kun je gewoon over de datum eten. Salami ook, daar zit zoveel vet en zout in. Ik ben een vleesliefhebber, maar liever wat minder en dan duurzamer vlees. Dat kan niet iedereen betalen. Maar verstandig en duurzaam eten wordt óók belemmerd door gebrek aan kennis en door de afstand van de consument tot zijn voedsel. Daar moeten we oplossingen voor verzinnen: onderwijs én industrie. Samen.”